Fiscale ontwikkelingen 2023-2026

Anthony Uphoff

1 Oktober 2022

FISCALE ONTWIKKELINGEN 2023-2026

Inleiding

Optimalisering van belastingheffing betekent niet méer belasting betalen dan binnen de regels van de wet mogelijk of gewenst is. Die optimalisering kan worden bereikt door vermogen op de juiste plek te hebben, door geldstromen op de juiste manier te laten lopen en door voorbereid te zijn op de toekomst.

Optimalisering is altijd een momentopname. Naar verwachting gaat vanaf 2023 de belastingheffing op bedrijfswinsten en op vermogen omhoog, evenals de belastingen over de overdracht van vermogen. De belastingheffing op inkomen uit arbeid zal worden verlaagd. Deze wijzigingen kunnen van invloed zijn op de optimalisering.

Hierna geef ik een korte weergave van de verwachte wijzigingen in de belastingtarieven en de mogelijke consequenties daarvan.

Verhoging belasting van BV’s (vennootschapsbelasting)

Winst van BV’s wordt in 2022 belast tegen 15% vennootschapsbelasting bij een winst tot € 395.000. Deze tariefschijf wordt per 1 januari 2023 verlaagd naar € 200.000. Daarnaast wordt het lage tarief van 15% vermoedelijk verhoogd naar 19%.

Deze tariefverhoging kan van invloed zijn op de afweging wat de meest geschikte rechtsvorm is, BV of eenmanszaak, maar ook op de hoogte van het optimale salaris van de directeur-grootaandeelhouder.

Regelingen voor bedrijfsopvolging

Het CPB concludeert dat zowel de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) als de doorschuifregelingen in de inkomstenbelasting (DSR) doeltreffend zijn, doordat zij belastingheffing grotendeels voorkomen (BOR) of uitstellen (DSR). Voor circa driekwart van de overdrachten zijn er echter voldoende vrije financiële middelen aanwezig zijn om de erf- of schenkbelasting direct te betalen.

Naar verwachting zal de BOR daarom worden versoberd. Dit kan betekenen dat uw bedrijfsoverdracht in 2023 niet meer fiscaalvriendelijk kan plaatsvinden. Mocht u overwegen om uw familiebedrijf in de (nabije) toekomst over te dragen, dan is nu hét moment om daar (versneld) naar te kijken.

Inkomstenbelasting (box 1 inkomen uit werk en woning)

Naar verluidt krijgt de inkomstenbelasting een lager belastingtarief (nu 37,07%) in de eerste schijf en een hogere arbeidskorting (nu maximaal € 4.260). De omvang van deze verlaging is nog niet bekend.

Deze belastingverlaging heeft mogelijk effect op het optimale salaris van de directeur-grootaandeelhouder.

Inkomstenbelasting (box 2 aanmerkelijk belang)

Op dit moment is het tarief 26,9%. U betaalt box 2 heffing als de BV waarvan u minstens 5% van de aandelen heeft (aanmerkelijk belang) aan u dividend uitkeert, of wanneer u de aandelen verkoopt.

Het kabinet wil twee schijven in box 2 invoeren. Daarbij moet het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2-inkomen) tot en met € 67.000 worden belast tegen een tarief van 26% en het meerdere tegen een tarief van 29,5%. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2024.

De belastingverlaging in de eerste schijf kan betekenen, dat het beter is om het uitkeren van (beperkt) dividend nog even uit te stellen. De belastingverhoging in de tweede schijf heeft mogelijk effect op het optimale dividendbeleid en de afweging tussen salaris en dividend.

Inkomstenbelasting (box 3 vermogen)

Er komt waarschijnlijk een nieuwe box 3-heffing op basis van het daadwerkelijke behaalde rendement. De beoogde inwerkingtreding is inmiddels opgeschoven naar 1 januari 2026. Tot die tijd wordt een tijdelijk box 3-stelsel voorgesteld. Het kabinet heeft hierbij vooralsnog gekozen voor de zogenoemde forfaitaire spaarvariant, waarbij u belast wordt over een fictief rendement over uw (i) spaarvermogen, (ii) overige bezittingen en (iii) een aftrek voor schulden.

De beoogde inwerkingtreding is vanaf 1 januari 2023. Op basis van de cijfers van 2021 wordt spaargeld forfaitair belast tegen 0,01% rendement en de overige bezittingen tegen 5,69%. Schulden zijn dan aftrekbaar tegen 2,46%.

Heeft u (vrijwel) uitsluitend spaargeld, dan gaat u heel weinig belasting betalen. Hoe meer overig vermogen, des te meer belasting gaat u betalen. Dit leidt tot de afweging of vermogen in box 3 moet worden aangehouden of niet.

Het belastingtarief in box 3 zal in stappen worden verhoogd van 31% in 2022 naar uiteindelijk 34% in 2025.

Overdrachtsbelasting 

Het kabinet wil het algemeen tarief voor de overdrachtsbelasting verhogen van 8% naar 10,1%. Uit het Begrotingsakkoord zou volgen dat dit tarief nog verder stijgt naar 10,4%. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2023. Het hoge algemene tarief geldt niet voor de verkrijging van woningen door particulieren die deze zelf langdurig gaan bewonen. Dit blijft 2% (en 0% in specifieke situaties).

Bent u voornemens onroerend goed over te dragen, dan is het zaak dit zo mogelijk voor 1 januari 2023 te doen.

Schenkbelasting

Per 1 januari 2023 vervalt de jubelton. Dit is de mogelijkheid om belastingvrij aan kinderen (en anderen) tot 40 jaar te schenken voor een eigen woning. De vrijstelling voor dit jaar is nog € 106.671, volgend jaar € 27.231 en vanaf 2024 nihil.

Degene die de schenking krijgt hoeft daar overigens niet direct een eigen woning voor de kopen. Er zijn daarom meer mogelijkheden dan u denkt.

Bent u voornemens een dergelijke schenking te doen, dan is dit het moment om uw plan uit te voeren.

 

Voor meer informatie kunt u mij altijd bellen of mailen.

 

Alphen aan den Rijn, 30 september 2022